Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [9]wie zal den dag Zijner toekomst verdragen, en wie zal bestaan, als Hij verschijnt? Want Hij zal zijn als het vuur van [10]een goudsmid, en als [11]zeep der vollers. 9. De zin is: Wie zal er zonder zonde gevonden worden, of zo zuiver, dat hij in de proef zal kunnen bestaan als Christus komen zal? Daar zal niemand zijn, die den Middelaar Christus niet van node zal hebben; zie Matth.3:10,11,12. 10. Hebr. van een smelter, of louteraar. 11. Anderen verstaan het van vollersaarde, volaarde, wasaarde.